Wethouder Van Eijk: ‘Iedereen verdient kans op een nieuwe start’
Het nieuwe Amersfoortse schuldsaneringsfonds laat zien wat er mogelijk is in een stad met een breed gedragen aanpak van armoede en schulden. Dat stelt Cees van Eijk, wethouder Werk en Inkomen. ‘In Amersfoort vinden we dat, ongeacht de oorzaken, iedereen de kans moet krijgen om een nieuwe start te maken in het leven.’ Gesprek met een bevlogen wethouder.
Toen Van Eijk in 2013 voor het eerst wethouder was in Amersfoort, ook met de portefeuille Werk & Inkomen, verbaasde hij zich over de vele initiatieven op het gebied van armoedebestrijding. ‘Niet eerder trof ik zo’n eensluidend netwerk aan, waarin vrijwilligers en professionals elkaar verstaan en aanvullen. Het zit in de genen van de stad om iets goeds te doen voor de ander die dat nodig heeft. Dat al deze initiatieven vanuit een gezamenlijke aanpak werken, is landelijk gezien uniek. Ook politiek-bestuurlijk en in de gemeenteraad is er veel aandacht voor armoedebestrijding.
Iedereen, van links tot rechts, is het erover eens: financiële problemen mogen geen knelpunt zijn om te participeren in de samenleving. En er mag geen kind in armoede opgroeien. Want als je er als kind niet bij hoort, dan draag je dat je hele leven met je mee. Dat moeten we voorkomen.’
Hoe gaat het in Amersfoort op het gebied van armoede en schulden?
‘Het gaat niet slecht in onze stad. Landelijk leeft rond de 6% van de mensen in armoede, in Amersfoort ligt dat zo’n 5%. Toch kunnen we niet tevreden achterover leunen: elk gezin in armoede en elke schuldsituatie is er een te veel.
Landelijk gezien is de verwachting is dat de coronacrisis de economische ontwikkelingen tempert. Dit zal ook in Amersfoort zijn weerslag hebben. Meer mensen zullen hun werk verliezen en bijstand vragen. Tegelijkertijd heb ik goede hoop dat voor de meeste mensen de situatie tijdelijk is en dat er ook kansen zijn tot omscholing bijvoorbeeld.’
Los van de impact van de coronacrisis merkt de wethouder op dat de aard van de problematiek verandert. ‘Vroeger waren uitkeringen en armoede aan elkaar gekoppeld, dat is niet meer zo. Tegenwoordig is het besteedbaar inkomen bepalend. We zien nu dat ook werkende mensen in de problemen komen. Vaak gaat het om mensen die weinig financiële zekerheid hebben. Zij hebben weinig spaargeld achter de hand. Als er dan dingen gebeuren in het leven, dan ontstaan er al gauw problemen. Denk aan echtscheiding, pech, niet goed in je vel zitten, wegvallende opdrachten, werkloosheid of een oude schuld bij de Belastingdienst. Als je niet de veerkracht hebt om hierin te acteren, kan het van kwaad tot erger gaan, mede door de stress die dan ontstaat.
Zo is er een groep die werkt en teveel verdient voor een sociale huurwoning, maar te weinig om een woning te kopen. Mensen worden dan gedwongen om in de middenhuur te zitten. Dat gaat dan net. Maar als er iets misgaat, dan is er geen ruimte om dit op te vangen. Wij zien een toename in mensen met een reguliere baan die op straat komen te staan.’
Hoe kunnen we dit oplossen?
‘Lokaal doen wij ons stinkende best, van Stadsring51 tot Stichting Leergeld tot de voedselbank tot Schuldhulpmaatje. Maar wat wij kunnen doen is voor een belangrijk deel pleisters plakken. Voor structurele oplossingen is Den Haag aan zet. Bijvoorbeeld als het gaat om wonen, de positie van de woningcorporaties of de Belastingdienst. Waar het gaat om armoede- en schuldenproblematiek moeten verschillende overheden gezamenlijk optrekken. Niet voor niets was staatssecretaris Tamara van Ark vorig jaar op bezoek in Amersfoort.
Wij kunnen nog zo ons best doen, maar de grootste schuldeiser is de overheid: als het gaat om toeslagen, belasting en betalingen aan het CJIB. Die druk willen wij neerleggen in Den Haag.
Überhaupt is het toeslagenstelsel heel ingewikkeld. Ook voor jonge mensen. Tijdens de Week van het Geld heb ik lesgegeven op het Mbo, over wat er bij komt kijken als je 18 wordt. Dat zijn veel verantwoordelijkheden, denk aan ziektekosten, toeslagen, de kostendelersnorm. Zo complex.’
Tijdens de Week van het Geld ging wethouder Cees van Eijk in gesprek met studenten van MBO Amersfoort over geld en schulden. Foto: VB Fotografie – Sabine Keijzer
Helpen we in Amersfoort de juiste mensen?
‘Dat laten we geregeld onderzoeken door het Nibud, met de Minima Effect Rapportage. Uit het recentste onderzoek blijkt dat huishoudens met laag inkomen erop vooruit gaan door de minimaregelingen. Bijna alle huishoudens houden geld over voor activiteiten op het gebied van cultuur en sport. Alleen paren met oudere kinderen, grote gezinnen en gezinnen met oudere kinderen die zorg nodig hebben, kunnen dat niet betalen. Hiervoor zijn oplossingen vanuit het Rijk noodzakelijk.
Als gemeente willen we mensen tijdig helpen, vóórdat het water hen aan de lippen staat. We hebben voldoende instrumenten en deskundigheid. De uitdaging is ervoor te zorgen dat de mensen die het nodig hebben er ook gebruik van maken en daardoor beter in staat zijn om hun eigen situatie te verbeteren. Helaas wachten ze vaak te lang. Door het taboe op schulden of door overschatting van de eigen vaardigheden.
Daarom hebben we vorig jaar de campagne ‘Geldcheck033’ gelanceerd. Die wijst Amersfoorters op de financiële regelingen en voorzieningen in hun gemeente. In plaats van alle regelingen in een loket samen te brengen, zorgen we ervoor dat elke organisatie loket is voor het gehele netwerk. Dus kom je met je vraag naar de Diaconie, omdat ze daar jouw taal spreken, dan weet de Diaconie niet alleen wat zij zelf te bieden heeft, maar ook wat het gehele netwerk kan beteken. De campagne is het verbindende element.’
Hoe ziet u de rol van Stadsring51?
‘Stadsring51 is vanuit haar continuïteit en professionaliteit een enorme pijler van het geheel, een stevige partner in de armoedecoalitie en in het sociaal domein. Ze is ze ‘spin in het web’ als het gaat om voorzieningen. Ze brengt nieuwe inzichten vanuit de wetenschap naar de praktijk, waaronder de stress-sensitieve aanpak in de schuldhulp. Die zetten we nu door naar alle partnerorganisaties. Ook diegene die uitsluitend met vrijwilligers werken. Het is heel bijzonder dat dat gebeurt. Daarmee lopen we in Amersfoort voorop.
Een ander voorbeeld zijn de praatplaten van Stadsring51. Niet iedereen is de Nederlandse taal machtig. Veel meer mensen, niet alleen migranten, denken bij voorkeur in beelden. Dat vind ik een innovatieve en verfrissende manier van communiceren die bij Stadsring51 start en hopelijk uitrolt naar de partnerorganisaties.’
‘Het saneringsfonds van Stadsring51 is innovatief en daadkrachtig’, stelde staatssecretaris Van Ark (midden) tijdens haar bezoek aan Stadsring51. Foto: VB Fotografie – Sabine Keijzer
Ook het herstructureringsfonds is een stap vooruit, meent Van Eijk. ‘Met een reguliere schuldregeling zoals de Wsnp of Msnp is iemand jaren bezig. Daar zit geen prikkel in om vooruit te komen in het leven. Krijg je een betere baan of ga je meer uren werken, dan gaat elke cent die je meer verdient naar de schuldeisers toe. Een saneringskrediet geeft mensen weer perspectief. Als zij meer verdienen, worden ze er zelf beter van. Dat stimuleert mensen in hun ontwikkeling, het geeft hen lucht en energie. Je ziet gewoon dat het werkt.’
De wethouder is lovend over het initiatief voor het fonds. ‘Je weet dat er politiek draagvlak is om dingen te verbeteren. Dick van Maanen [directeur Stadsring51- red.] zorgt voor een wetenschappelijke onderbouwing. Hij sluit aan bij het klimaat in de stad: ‘we doen het samen, vrijwilligers en professionals, publieke en private sector’. Wanneer je samen optrekt, samen de funding vindt, dan maak je het mogelijk. Dan straal je uit: dit is van de stad.’
Amersfoort kiest voor een integrale aanpak. Wat houdt dat in?
‘Het is belangrijk om scherp te zijn op de vraag achter de vraag. Zo kan het zijn dat ouders binnenkomen bij het wijkteam met een opvoedingsvraag. Als je afpelt dat het misschien een financiële vraag is, dan kun je daaraan werken. Misschien maken de randvoorwaarden dat je niet de vader of moeder kunt zijn die je eigenlijk wilt zijn.
We onderschatten vaak de psychologische effecten van schulden: die zijn enorm. Financiële problemen zijn funest voor de opvoeding van kinderen. En voor de ontwikkeling van betrokkenen. Het maakt enorm veel kapot.
Na het afpellen van de vraag kijken we: hoe kunnen we in deze situatie het best helpen? Wie kan wat doen? Wie neemt de lead? Daarom zijn we gestart met een triageteam. Professionals steken vaker de koppen bij elkaar om ieder vanuit een eigen invalshoek te kijken wat we nu het beste voor een huishouden kunnen doen.’
Zijn we anders naar mensen met schulden gaan kijken?
‘Ik denk en hoop het wel. Het idee van, ‘het is toch een beetje je eigen schuld, je hebt zelf schulden gemaakt en het laten oplopen’, dat gaat er toch wel een beetje vanaf. Ook omdat wij als overheid veel boter op ons hoofd hebben. Wij stapelen boete op boete. Het pleidooi voor het boetepardon van Dick van Maanen komt niet zomaar uit de lucht vallen. Wij hebben een schuldenindustrie gecreëerd. We hebben ontzettend veel aan de markt overgelaten. Denk aan inkomen, uren die mensen draaien, flexibilisering. Daardoor ontstaat kwetsbaarheid. Je ziet economische groei, maar die komt niet terug bij de mensen die het hartstikke nodig hebben. Ook hebben we het nodeloos ingewikkeld gemaakt met regelingen en voorzieningen.’
Positief is dat inzichten vanuit de wetenschap helpen om beter beleid te maken. ‘We weten nu veel beter wat stress met mensen doet. We zien welke oplossingen werken. In Amersfoort vinden we dat, ongeacht de oorzaken, iedereen de kans moet krijgen om zijn situatie te verbeteren of een nieuwe start te maken voor een zo goed mogelijk leven.’