Langdurige stress door schulden maakt mensen gericht op de korte termijn. Zorgen dat je vanavond iets te eten hebt bijvoorbeeld, lijkt belangrijker dan het aanleveren van documenten aan je schuldhulpverlener. Hoe motiveren we mensen om stappen te zetten naar een schuldvrije toekomst? Tamara Madern, lector ‘Schuldpreventie en Vroegsignalering’ aan de Hogeschool Utrecht, vertelt hoe ‘positieve prikkels’ kunnen helpen.
Herkenbaar voor wie wel eens (te) druk is: door de stress maak je niet de juiste keuzes. Je wordt in beslag genomen door alles wat morgen af moet. Je gaat lijstjes afstrepen. Wat op de lange termijn klaar moet zijn, lijkt minder belangrijk dan de waan van de dag.
Zo werkt het ook wanneer je stress hebt door schulden.
‘Langdurige stress maakt dat mensen op de korte termijn denken en reageren’, legt Tamara Madern uit. ‘De schuldhulp levert je pas na een jaar of drie, vier, iets op. Voor mensen met schulden is deze periode moeilijk te overzien. Het is niet dat ze – bijvoorbeeld – die documenten niet wíllen opzoeken. Maar als iets anders vandaag direct wat oplevert, dan lijkt dat belangrijker.’
Stress maakt het dus lastiger om actie te ondernemen voor een schuldvrije toekomst. Hoe kunnen we mensen hierbij helpen? Om deze vraag te beantwoorden, bestudeerde Tamara Madern honderden wetenschappelijke onderzoeken. Dat leverde allerlei inzichten op.
Beloningen
Zo kunnen beloningen ervoor zorgen, dat iets nú belangrijk voor je wordt. ‘Stel dat je door iets te doen een bon van twintig euro kunt verdienen, dan kun je daarvan avondeten kopen. En daar heb je jouw hoogste prioriteit op gezet’, legt Tamara Madern uit.
Beloningen hebben vooral effect als iemand zich pas bij de schuldhulp heeft gemeld. ‘Je kunt het vergelijken met een treintje dat stilstaat. Door beloningen komt het treintje weer op gang.’ Ze benadrukt dat het in het vooruitzicht stellen van beloningen daarna ook weer moet stoppen. ‘Op de lange termijn gaan beloningen namelijk niet helpen.’
Positieve prikkels
Bovendien blijkt uit de onderzoeken dat het helpt om aandacht te geven aan wat er goed gaat. Complimenten maken, smileys gebruiken en voortgangslijstjes afvinken: het zijn allemaal voorbeelden van ‘positieve prikkels’. En die werken.
Maar deze benadering is nog niet vanzelfsprekend, vindt Tamara Madern. ‘We zijn eerder geneigd om aandacht te geven aan wat er niet is gelukt. En dat werkt averechts.’
Het vertrouwen dat mensen hebben in hun eigen kunnen, heeft namelijk grote invloed op hun motivatie. Of op het gebrek daaraan. Het gaat hierbij niet om het zelfvertrouwen (‘ik ben iemand die dingen kan’), maar om het vertrouwen ‘een bepaald iets’ te kunnen. Onderzoekers gebruiken hiervoor de Engelse term ‘self-efficacy’, in het Nederlands: ‘zelfeffectiviteit’.
De lector legt uit: ‘Mensen met schulden hebben vaak een lage self-efficacy als het gaat om het bijhouden van hun administratie. Ze hebben er geen vertrouwen in dat het ze gaat lukken. Daarom beginnen ze er al niet aan. En als ze er wel aan beginnen, dan lukt het veel vaker niet. Stel dat je als schuldhulpverlener een enorm takenpakket meegeeft. Het lukt de cliënt waarschijnlijk niet om dit voor de volgende afspraak te doen. Hij of zij komt terneergeslagen naar de afspraak en zal ook eerder stoppen met de schuldhulp.
Uit onderzoek weten we: als het lukt om de eerste paar taken van een rijtje te doen, dan ga je de rest ook doen. Dus: begin je met een eenvoudige opdracht, dan is de kans groter dat ook de moeilijke opdracht lukt.
Met positieve prikkels kun je als hulpverlener de self-efficacy van je cliënt vergroten. Daarbij draait alles om het vertrouwen in de ander, dat die het aankan. Dat moet je uitstralen.’
Stadsring51
Het geven van ‘positieve prikkels’ maakt deel uit van de stress-sensitieve aanpak waar Stadsring51 in 2018 mee is gestart. Hulpverleners houden rekening met de stress die mensen door hun schulden ervaren. Ze zorgen ervoor dat de hulpverlening geen extra stress oplevert. Dit zit ‘m onder meer in motiverende gespreksvoering, begrijpelijke brieven, een op maat gesneden aanpak en een prettige inrichting van de spreekkamers.
Daarnaast heeft Stadsring51 bij wijze van proef enkele vormen van ‘positieve prikkels’ aan de dienstverlening toegevoegd.
Zo kregen mensen een stappenteller na hun aanmelding voor de schuldhulp of de budgetcursus. Daarbij de tekst: ‘Je hebt de eerste stap gezet om meer grip te krijgen op je geldzaken. Ga vooral door met de volgende stappen.’ Tamara Madern reageert: ‘De boodschap is: je staat niet op nul, je bent al begonnen. Dat is mooie denkwijze om mee te geven.’
Een ander voorbeeld is de sms-herinnering die mensen krijgen kort voor hun afspraak of cursus. ‘Mensen met schulden worden geleefd door de waan van de dag. Het is daardoor überhaupt lastig om aan de afspraak te denken. Dat bedrijven met herinneringen werken, is omdat het werkt.’
Ten slotte stelden maatschappelijk betrokken ondernemers restaurantbonnen ter beschikking. Schuldhulpverleners mochten deze op een goed moment aan de cliënt geven. Maar het bleek dat de bon niet altijd werd ingeleverd. ‘Begrijpelijk’, vindt Madern. ‘Een restaurant-bon is spannend. Het is moeilijk van tevoren te weten of het etentje écht gratis is.’
Verder wijst de lector erop dat een positieve prikkel niet hetzelfde is als een beloning. ‘Bij een beloning weet je van tevoren dat je ergens een beloning voor krijgt. Wanneer je iets geeft uit waardering, dan is dat vanuit de theorie minder onderbouwd. Zo’n bon zegt vooral: je bent goed bezig, houd vol.’
De meeste mensen deugen
Een positieve prikkel helpt het meest wanneer iemand nog maar kort hulp krijgt. Dat is een moeilijke periode, weet Tamara Madern. ‘Mensen denken: eindelijk, nu komt alles in orde. Maar deurwaarders komen juist vaker aan de deur. Ze zetten mensen onder druk, want ze weten: als er een schuldregeling komt, dan krijg ik maar een deel van het geld.’
De voordelen van de schuldhulp ervaren mensen pas later. ‘Dan wordt het minder belangrijk dat de schuldhulpverlener de positieve prikkel geeft. Er komen bijvoorbeeld minder deurwaarders en mensen krijgen weer een gevoel van regie.’
Tamara Madern besluit: ‘De kern van mijn verhaal is dat de meeste mensen deugen. Ook als ze een keer een uitbarsting hebben. Of een keer een onhandige keuze maken. In de basis zijn het mensen die wel willen, maar niet kunnen. Vanuit dat vertrouwen kunnen we mensen het beste helpen.’